Alex Halberstadts zoektocht naar zijn vader brengt hem terug naar zijn gekwelde en
raadselachtige geboorteland Rusland, waar het leven onder het Sovjetregime drie generaties
van zijn familie heeft gebroken. In Oekraïne spoort hij zijn grootvader op, wellicht de laatste
bodyguard van Jozef Stalin die nog in leven is. Hij keert terug naar Litouwen, de
geboortegrond van zijn Joodse moeder, om de erfenis van de Holocaust en het verzwegen
antisemitisme onder de loep te nemen. En hij zoekt zijn geboorteplaats Moskou op, waar zijn
grootmoeder kleding voor de echtgenotes van de Sovjetdominees ontwierp, zijn moeder
dissidenten in een psychiatrisch ziekenhuis troostte en zijn vader niet zonder risico zijn brood
verdiende door Amerikaanse platen op de zwarte markt te verkopen. Tijdens deze reis
onderzoekt Halberstadt ook zijn eigen verhaal: dat van een immigrant die is opgegroeid in
New York, de zoveelste zoon die door het woelige tij van politiek en geschiedenis van zijn
vader werd gescheiden.